Regisseur Julian Schnabel, zelf schilder, legt in deze film niet de nadruk op het werk van Vincent van Gogh maar op de laatste levensjaren van dit geplaagde talent.
In 1886 vertrekt de dan 33 jarige van Gogh (William Dafoe) naar Parijs om bij zijn broer Theo (Rupert Friend), kunsthandelaar, te gaan wonen. Hier leert hij, dankzij Theo, veel schilders kennen waaronder Monet, Seurat en Toulouse-Lautrec, en raakt hij bevriend met Paul Gauguin (Oscar Isaac). In de twee jaar dat hij in Parijs woont maakt hij zo’n 200 schilderijen. Door toedoen van zijn vriend Gauguin besluit hij in 1888 naar het zuiden te vertrekken om, zoals Gauguin adviseert, het ‘Licht’ te zoeken. Vincent vestigt zich in Arles, voor zijn levensonderhoud nog steeds afhankelijk van zijn broer Theo, aangezien zijn schilderijen niet verkocht worden. Ook hier is hij zeer productief; vele dorpsbewoners willen voor hem poseren, al bekijken ze de kunstenaar met argusogen vanwege zijn opvliegend en onvoorspelbaar gedrag. Ondanks zijn liefde voor de natuur – ‘Als ik voor een vlak landschap sta, zie ik de eeuwigheid’ – is Vincent wanhopig eenzaam en vraagt hij zijn vriend Gauguin hem in Arles te vergezellen. Hun karakters botsen echter zo hevig dat spanningen en twistgesprekken Gauguin doen besluiten terug te gaan naar de tropen. Uit frustratie hierover snijdt Van Gogh een oor af om naar hem op te sturen. Door de bevolking van Arles geweerd laat Vincent zich opnemen in Saint-Rémy-de-Provence. Vlagen van ziekte en wanhoop volgen totdat zijn broer hem in mei 1890 aanraadt zich te vestigen in Auvers-sur-Oise, onder de hoede van de vriendelijke dokter Gachet. Eind juli overlijdt Vincent daar onder onopgehelderde omstandigheden aan een schotwond. Regisseur Schnabel volgt daarbij overigens een andere theorie dan de altijd veronderstelde zelfmoord. Voor zijn rol werd William Dafoe genomineerd voor een Oscar.
cast
Willem Dafoe, Rupert Friend, Oscar Isaac
duur
111 min.